afb. A.F.A.M. Wetzer, 19 maart 2005
Provinciehuis, Brabantlaan 1, voorpleinafmetingen: 365 x 187 x 110 cm; (plateau) 365 x 187 x 27 cmmateriaal: brons op betonnen plateau datering: 1979 vervaardigd door: Kees Jansen Een naturalistische voorstelling van een staande zeug en elf biggen, geplaatst op een betonnen plateau, dat weer steunt op vier bakstenen sokkels. Het monument werd opgericht ter ere van het Brabantse varken op initiatief van de Vereniging van Varkenshouders van de Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond, die haar derde lustrum vierde. In samenwerking met het Kunstcentrum Brabant werd de kunstenaar Kees Jansen aangezocht. | 88 |
Noord-Brabant is tegenwoordig het land van de varkensfokkers bij uitstek. Een op de drie Nederlandse varkens is in onze provincie te vinden en wel voornamelijk in het zuiden en oosten. Het varken heeft altijd een rol gespeeld in het Brabantse gemengde bedrijf. De verzorging ervan behoorde tot de taken van de vrouw, terwijl de man op het land werkte en/of de verzorging van de koeien voor zijn rekening nam. Armoede was vaak troef in de gezinsbedrijfjes op de zandgronden.
Rond 1950 begon het langzamerhand te veranderen. Nam de varkensmesterij en -fokkerij vóór die tijd een bescheiden plaats in binnen de bedrijfjes, langzamerhand werd het een grootschalige hoofdactiviteit; een ontwikkeling die vooral na 1960 stormenderhand plaatsvond. De cijfers spreken voor zichzelf: waren er in 1960 nog maar 667.800 varkens in onze provincie, in 1976 was dit aantal opgelopen tot 2.535.621 exemplaren! Wel werd het aantal boerenbedrijven minder, tengevolge van o.a. de schaalvergroting.
Toen in 1977 de Vereniging van Varkenshouders van de Noordbrabantse Christelijke Boerenbond haar tienjarig bestaan vierde, werd het idee geboren een monument op te richten ter ere van het Brabantse varken. In samenwerking met het Kunstcentrum Brabant werd uiteindelijk de beeldhouwer Kees Jansen aangezocht om het beeld te vervaardigen. Kees Jansen is zelf uit de agrarische sector afkomstig en wist dus hoe een varken er uitzag. Bovendien had hij reeds eerder natuurgetrouw en herkenbare dierfiguren gemaakt. Als onderwerp nam hij een zeug met elf biggen. De zeug is staande afgebeeld. De kunstenaar had hiervoor twee redenen: in deze situatie was het mogelijk om de zeug de grootst mogelijke monumentaliteit te geven en konden de houdingen van de biggen bovendien het meest gevarieerd worden.
Op 9 juni 1979 was het zover. Op het plein voor het Provinciehuis aan de Brabantlaan werd het monument van de Brabantse varkensfokkers onthuld door ir. P.J. Lardinois.
De ontwikkeling heeft sedertdien niet stilgestaan. Op 1 januari 1982 telde Noord-Brabant 3.788.839 varkens, tegen 2.085.420 mensen.
De ontwikkeling zet zich voort. Tot tevredenheid van de fokkers ongetwijfeld, die een groot deel van het varkensvlees als exportproduct naar het buitenland zien gaan. Een negatief gevolg van deze sterke groei is de stank, en in meerdere mate de grote mestoverlast dat door de bijna vier miljoen Brabantse varkens wordt geproduceerd.
|
1983 |
Henny MolhuysenOe gotte kèk daor : Brabantse varkenBrabants Dagblad donderdag 9 juni 1983 (foto) |
|
2021 |
Geert DonkersBeelden van dieren
Bossche Kringen 1 (2021) 50
|